Op de naam Castro volgt – als interval bij een toonladder – welhaast vanzelfsprekend Cuba en Communisme. In de samentrekking communistisch cuba wijst het eptitheton ornans met stijve vinger naar dictatuur en naar alles wat dat inhoudt. Zelden is er iemand die bij Castro welhaast ‘atonaal’ de naam José Marti laat vallen. Terwijl het hedendaagse Cuba in alles voortbouwt op het revolutionaire vuur dat José Martí, de vader des vaderlands, ontstak.
De Cubaan José Martí, een tijdgenoot van Karl Marx en evenzeer als Marx bezield van
humanistische idealen, zette zich in voor de bevrijding van Zuid-Amerikaanse
landen uit de koloniale wurggreep van Europese landen en de imperialistische
klauwen van de Noorderbuur. Zette zich in voor het Zuid-Amerikaanse
zelfbewustzijn: voor nuestro america.
Net als Fidel dat deed bij de aanval op het Moncada complex en later bij de invasie, voegde Martí de daad bij het woord. Alleen Martí moest zijn dapperheid met de dood
bekopen. Als een te paard voor humanistische idealen strijdende revolutionair
staat zijn beeld in Amerika, in het Central Park van New York. Het is van de hand van de beeldhouwster Anna Hyatt Huntington. (zie bovenstaande afbeelding) http://www.newworldencyclopedia.org/entry/Anna_Hyatt_Huntington
Niet alleen is het merkwaardig dat een Cubaan zo prominent aanwezig is in het hart van het land dat Cuba op de knieën wil krijgen, het is evenzeer merkwaardig dat de vrijmetselarij door toedoen van José Martí – hij was grootmeester – in Cuba nooit verboden is geweest, zoals de vrijmetselarij verboden was en is in landen die als communistisch te boek staan. (Over Martí en de vrijmetselarij: http://cubamason.foroactivo.net/t890-la-vida-de-jose-marti)
Quel humour dans l´histoire, zoals de Fransen het met een ingehouden grimlach zeggen. Zoals men, de muzikale metafoor volgend, Castro´s creativiteit in alle opzichten atonaal zou kunnen noemen: het nieuwe dat verschijnt als waarde op zich.
Zoals hierboven de schaduw van José Martí waart door de afbeelding van Fidel, waart de herinnering aan José Martí door het centrum van Valencia. Op la plaza del Miracle del Mocadoret, een pleintje in de buurt van La Seu, de kathedraal van Valencia, staat in de schaduw van enkele sinaasappelbomen het huis waar José Martí met zijn ouders verbleef van 1857 tot 1859. Zij keerden vanuit Havana met hun vierjarig zoontje terug naar hun vaderland vanwege diens zwakke gezondheid.Ook met dat pleintje is in humanitaire zin iets merkwaardigs aan de hand, omdat het is vernoemd naar het wonder met de zakdoek (de mocador). Wat was er aan de hand: in 1413 onderbrak San Vicente Ferrer – de patroonheilige van Valencia – op dat pleintje zijn preek om zijn gehoor bij ingeving te wijzen op een familie die door honger dreigde te sterven. Niemand kende echter die familie noch wist waar die woonde. San Vicente Ferrer trok daarop zijn zakdoek en de wind blies de mocador naar het huis waarin die familie woonde. En zo werd die van de hongerdood gered. Wederom: quel humour dans l´histoire.
Het pleintje met het huis waarin José Martí met zijn ouders verbleef, met hieronder de gedenkinscriptie.
La Guantanamera is de titel van een gedicht dat José Martí schreef. Het is door talloze artiesten opgenomen. Uit een veelheid van opnames verwijs ik zowel naar de beroemde versie van Pete Seeger http://www.youtube.com/watch?v=X5JLCAIJLJ8 als naar het concertoptreden van de Buena Vista Social Club http://www.youtube.com/watch?v=CuwsgGgNJtE&feature=related
Een uitstekende en toegankelijke inleiding op het werk van José Martí is verschenen in de reeks Interkulturelle Bibliothek: José Martí interkulturell gelesen. Het is geschreven door Raúl Fornet-Betancourt: ISBN 978-3-88309-174-7