Epistemicide

Er zijn weinig mensen die niet weten wat genocide is. Daarentegen is er nauwelijks iemand die ooit van epistemicide heeft gehoord. En toch is epistemicide – cultuurmoord – het kenmerk van imperialisme, kolonialisme en ‘colonialidad’.

Colonialidad verwijst naar de culturele logica, het culturele DNA dat de kolonisator in de oorspronkelijke bevolking ‘insemineerde’. Een vervreemding van het eigen cultuurgoed waarvan – volgens de Latijns-Amerikaanse bevrijdingsfilosofen – de Latinos nog altijd niet zijn bevrijd. Nog altijd werkt het Westerse discours hegemonisch door in opvattingen over doen en laten en zijn de oorspronkelijke bewoners nog steeds ontheemd op zoek naar eigenwaarde in een wereld die op hen neerziet.

In het kielzog van Columbus trokken aan het begin van de zestiende eeuw de Spanjaarden en de Portugezen vanuit het gekerstend Europa naar Zuid-Amerika om met het kruis in de ene en het wapen in de andere hand, kennis en kunde van de ‘indígenas’ uit hoofd en hart te bannen. De Caliban – een verbastering van kannibaal, zoals Shakespeare hem karakteriseerde in The Tempest – kreeg te maken met dressuur van de bezetter. De ‘indígenas’ moesten worden geciviliseerd naar opvattingen van vreemde heersers, vielen ten prooi aan achterstelling en werden geconfronteerd met een vernietiging van cultuur en taal door het opleggen van wat wezensvreemd was.

Datzelfde gebeurde in nagenoeg alle overzeese gebiedsdelen die het oude Europa – de landen om de oude wereldzee – zich eigen maakten.

In Noord-Amerika verliep dat proces analoog maar baarde het uit de schoot van de Angelsaksische logica in de Twintigste Eeuw het neoliberalisme dat de neoliberale persoonlijkheid – zoals Samir Gandesha* die beschreef – tot wasdom bracht.

Heden ten dage zet China zich in om op hegemonische manier – de zegening van de Chinese cultuur op wereldschaal – een nieuwe persoonlijkheidsstructuur te vormen: de nieuwe mens, zoals Xi Jinping die noemt. Alle elektronische middelen worden uit de laboratoriumkast gehaald om door middel van cybertechnologie mensen te vigileren en te sturen. Vigileren rijmt op leren en programmeren. Een leren dat is gebaseerd op een registreren dat leidt tot een en dezelfde gedragsmodaliteit. En programmeren – maar nu op basis van algoritmes – is een al eeuwenlang gekoesterde wensdroom van heersers in kerk en staat: houd jij ze maar dom, dan houd ik ze arm.

Laat hopen dat de nieuwe mens zich bij zijn vorming laat leiden door het parool dat aan Willem de Zwijger – de man die in opstand kwam tegen de koning die hij altijd had geëerd – wordt toegeschreven: je hoeft niet te hopen om een revolutie in gang te zetten en niet niet te slagen om te volharden.

Er waart een spook door de wereld: van proletariaat naar precariaat

""

Aan het einde van een eeuw die te boek staat als het tijdperk van de Verlichting, schreef – in 1785 – Schiller zijn Ode an die Freude, met daarin het ‘alle Menschen werden Brüder’. Een loflied vol hoop.

Zo’n honderd jaar later, ten tijde van de Parijse volksopstand, schreef de ‘communard’ Eugène Pottier de tekst van De Internationale, die in 1888 door Pierre de Geyter – na eerst gezongen te zijn op de wijs van de Marseillaise – op muziek werd gezet. Het werd door toedoen van Lenin en Rosa Luxemburg het strijdlied van de rode revolte: het spook van het communisme, zoals Karl Marx en Friedrich Engels dat in 1848 in het begin van hun Communistisch Manifest benoemden: ‘Ontwaakt! Verworpenen der Aarde, Ontwaakt!’

Zij schreven dat manifest in antwoord op de humanitaire crisis die als gevolg van de industriële revolutie was ontstaan en benoemden de vijandelijke tweedeling die daaruit voortkwam als bourgeoisie en proletariaat.

Op de puinhopen van economische en politieke ontreddering kwam dat proletariaat in beweging: in Rusland kwam door een opstand een eind aan het tsarenrijk en in westelijk Europa ontketende het – door wat democratisch begon – de vloek van het Nationaal Socialisme.

Nu leven we op de puinhopen van de digitale revolutie en waart er een spook door de geglobaliseerde wereld. Maar nu het spook van ontheemden en ontgoochelden.

Op de puinhopen van neokolonialisme en neoliberalisme is als uiting van economische en politieke ontreddering een nieuwe, vijandige tweedeling ontstaan: de ‘precarians’ versus de potentaten van het grootkapitaal, de groot geld bezitters.

Precarians, mensen die zijn uitgeleverd aan zichzelf in een wereld waarin wel werk is maar waarin er te weinig banen zijn. Een wereld vol bestaansonzekeren waarin de ethiek van het overleven de centrale leer is geworden. Opnieuw dat: ‘Erst kommt das Fressen dann kommt die Moral.’

Mensen die nog maar één stem hebben: een tegenstem. Een tegenstem, vaak zonder weet van waartoe voor te zijn.

Het spoor bijster brengt het leiders voort als Donald Trump. Nieuwe dynastieën die als ongeleide projectielen – die als zij niets meer te winnen hebben – door hun waan de hele wereldorde kunnen ontregelen en in brand kunnen steken. Niet anders dan als mensen die niets meer te verliezen hebben, kruitvaten kunnen worden.

 

Ontwaakt! Ontwaakt!

Over het precariaat zie Guy Standing op: 

 

 

 

 

Publicaties

‘Zet de wereldkaart eens op zijn kop en je ziet een wereld waar onrecht de norm is en recht de grote uitzondering.’  – Enrique Dussel 

Wil Heeffer geeft in De bevrijdingsfilosoof een bevlogen inleiding in het denken van de Latijns-Amerikaanse filosoof Enrique Dussel. Dit is het eerste boek over Dussel dat in Nederland verschijnt. 

Enrique Dussel, geboren in 1934 in Argentinië, gepromoveerd in de filosofie in Parijs en Madrid, en in het bezit van vele eredoctoraten, is een van de belangrijkste denkers van onze tijd. Toch kent nauwelijks iemand hem in Nederland. Welke andere denker kan zeggen dat er een bomaanslag op hem is gepleegd? Dit gebeurde in 1973, als docent filosofie aan de Universiteit van Buenos Aires en tegenstander van het regime. In de jaren daarna tot hij in 1975 voorgoed Argentinië verlaat, zal Dussel aan den lijve ondervinden wat dictatuur betekent. Het zal zijn werk diepgaand beïnvloeden. Dussel krijgt politiek asiel in Mexico en gaat doceren aan de autonome universiteit van Mexico-Stad.

Dussel zal al snel een politiek-activistische richting inslaan en zich gaan concentreren op de plaats van Latijns-Amerika in de wereldgeschiedenis. Vanuit een oriëntatie op het gedachtegoed van de oude precolumbiaanse samenlevingen ontwikkelt hij zijn bevrijdingsfilosofie; vanuit het werk van Marx en Levinas zal hij het accent gaan leggen op de totaliteit van het leven, La Vida

Dussels bevrijdingsfilosofie is een baanbrekende sociale en politieke filosofie. Deze filosofie bepleit een ethiek en politiek die zijn gebaseerd op ecologisch denken. Met haar kritiek op kolonialisme en imperialisme laat bevrijdingsfilosofie bovendien zien dat economisch onrecht en afhankelijkheid bepaald niet tot het verleden behoren. 

  1. De bevrijdingsfilosofie: politiek en economie. Wijsgerige Kring Eindhoven, maart 2021 (https://youtu.be/zIVCJaH5J0Y)
  2. De bevrijdingsfilosofie: ethiek en politiek. Wijsgerige Kring Eindhoven, maart 2021 (https://youtu.be/OOShHn4–2o)
  3. De bevrijdingsfilosofie: Invloeden op ontstaan van ethische visie (https://youtu.be/Cq9EajjDyDo)
  4. Biografie van Enrique Dussel: Wijsgerige Kring Eindhoven, maart 2021 (https://youtu.be/3riGE_wn6G0)
Zie verder vier you tube colleges over de bevrijdingsfilosofie van Enrique Dussel:
Voordrachten via zoom tijdens de covid-periode :
https://www.youtube.com/watch?v=yBtRSXCys5k&t=95s
https://www.youtube.com/watch?v=Q0zTKdM7crY
https://www.youtube.com/watch?v=hG0MKheskQA
https://www.youtube.com/watch?v=PswNcDpGP7Q

https://www.youtube.com/channel/UCSI6PSWZK9UMpef9UlvJ1uA

La llama eterna para un poeta difunto. En honor de Francisco Brines – Editorial Club Universitario (editorialecu.com)

Mijn nieuwe poëziebundel die in Spanje verscheen.
Derde essay in een reeks die begon met Tot elkaar veroordeeld (Aspekt, 2010) en werd vervolgd door Hoelang pikken we het nog (Wilde Raven, 2015)
In alle drie de essays staan drie thema’s centraal:
– Wij mensen zijn wezens die kortstondig aanwezig zijn in een kosmisch transformatieproces. Dat vraagt om bescheidenheid omdat wij als tijdelijke wezens zowel erfgenamen als erflaters zijn van la pachamama (moeder aarde). Zij dient ons als erfgoed maar niet tot misbruik. Vernietigen we haar, dan vernietigen we onszelf
– Centraal in al ons doen en laten staat het vraagstuk van sociale rechtvaardigheid
– Het bieden van bestaanszekerheid (grondprincipe van de ethiek) is de toetsteen voor allen


Introductie van mijn boek in Boekhandel van Piere te Eindhoven
Onthulling van Van Roofbouw naar Opbouw na een presentatie van het boek in Het Zoekend Hert te Antwerpen met links van mij Herman Lodewijckx en rechts van mij Eddy Strauven en Rik Pinxten

Interview in Trouw 5 juli 2019:

https://www.trouw.nl/religie-filosofie/latijns-amerikaanse-filosofie-ook-de-aarde-heeft-rechten~baa4a521/

Een eminente reeks over de betekenis van de Latijns-Amerikaanse filosofie is te volgen via you tube; de collegereeks die Enrique Dussel gaf in Ecuador over: Filosofía Política en América Latina Hoy:
https://www.youtube.com/watch?v=1J20_uSICpE
https://www.youtube.com/watch?v=fPrkaySD0Lw
https://www.youtube.com/watch?v=YuQx2ZSBpF8
https://www.youtube.com/watch?v=K4TXqI2GeGw
https://www.youtube.com/watch?v=YOA_nlq6Ll0
https://www.youtube.com/watch?v=e-FMOaUmu58

https://www.trouw.nl/religie-filosofie/ook-de-aarde-heeft-rechten-vindt-de-latijns-amerikaanse-filosoof~baa4a521/?referer=https%3A%2F%2Fwww.bing.com%2Fsearch%3Fq%3Dtrouw%252C%2Bwilheeffer%26form%3DEDNTHT%26mkt%3Dnl-nl%26httpsmsn%3D1%26msnews%3D1%26plvar%3D0%26refig%3D93f1ce6d993947908ebed70509289f80%26sp%3D-1%26pq%3Dtrouw%252C%2Bwilheeffe%26sc%3D0-16%26qs%3Dn%26sk%3D%26cvid%3D93f1ce6d993947908ebed70509289f80

https://filosofie-tijdschrift.nl/nummer/jrg-30-nr-5-het-lichaam/
in het onderdeel onderwijs mijn artikel over het politieke, een vergelijking tussen Enrique Dussel en Carl Schmitt

VEINTE POEMAS DESESPERADOS Y UNA CANCIÓN DE AMOR (2015)

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Flyer-20-poemas-01-724x1024.jpg

http://festivalliceopoetico.blogspot.com.es/search?updated-min=2015-01-01T00:00:00-08:00&updated-max=2016-01-01T00:00:00-08:00&max-results=11

PRESENTACIÓN DE WILL HEEFFER Y “VEINTE POEMAS DESESPERADOS Y UNA CANCIÓN DE AMOR”
No siempre nos encontramos con un poemario publicado en castellano por un autor holandés. Es una combinación cultural que ha dado lugar a esta gran obra “Veinte poemas desesperados y una canción de amor”.
En el poemario“Veinte poemas desesperados y una canción de amor” Wil Heeffer hace un homenaje al conocido libro de Pablo Neruda, y siguiendo la línea del poeta Carlos Drummond de Andrade, reflexiona sobre el amor, al igual que Carlos en su poemario “O amor natural”.

Este poemario es una visión madurada de la vida. La fascinación sobre la carne que asusta y seduce. Desde la ceguera del enamoramiento, no solo madura el ansia, sino también algo más importante: la idea que significa la pareja. ¿Qué es el amor más allá del placer?
La obra ha sido ilustrada con imágenes del ya fallecido Ad Willemen, un grande y  premiado artista holandés, que fue profesor de la misma escuela en la que Vicent van Gogh estudió.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

HERUITGAVE MADE IN HAVANA ONDER DE TITEL:

CUBA KOORTS

Na afloop van een oogheelkundig congres over kokerzien in Havana ontmoet Jan, een Nederlandse oogarts, de Cubaanse Luz. Ze is de dochter van een heldin van de revolutie. In tegenstelling tot haar moeder, die de idealen van de revolutie door een gekleurde bril blijft zien, loopt Luz vast in de realiteit van een leven vol tegenwerking en tekorten.

In eigen land voelt zij zich in vergelijking met de binnenstromende toeristen een tweederangsburger. Bovendien raakt ze in moeilijkheden door betrokkenheid bij de opzet van onafhankelijke bibliotheken.

Wat voor Jan echte liefde lijkt, is voor haar eerder een vorm van love-sharing. Een mogelijkheid om weg te komen uit een land dat haar verstikt maar waarvan zij niet kan loskomen. Hun relatie krijgt onverwachte wendingen door de geboorte van een zoon maar ook door wederzijds onbegrip. Jan loopt vast in de val van verliefdheid, vecht met verantwoordelijkheid en kan het failliet van een relatie waarvoor hij veel heeft opgegeven, niet aanvaarden. Luz wordt een speelbal van heimwee en woede en vindt bij haar moeder een klankbord voor gefrustreerd verdriet.

Mijn roman leert Cuba kennen en maakt veel duidelijk voor wie uit het land terugkeert met vragen. Daarnaast wil ik laten zien wat machteloosheid met mensen doet, welke lagen en de listen die de liefde in petto kan hebben en over het wrede toeval dat mensen parten speelt.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

HOELANG PIKKEN WE HET NOG? (2015)

Aboutaleb, de burgervadervan Rotterdam spreekt over de wij-samenleving. Rutger Bregman en Jesse Frederik vragen zich af Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers. Varoufakis, het enfant terrible van Europa schreef met De economie volgens Yanis Varoufakis een inzichtelijk boekje over economie voor zijn dochter. Hij schuwt daarbij niet het gedachtengoed van Karl Marx die terug in beeld lijkt te zijn. En Piketty schrijft over de toenemende kloof tussen arm en rijk.

Maar waar ligt nu de oplossing?

Daartoe onderneemt Wil Heeffer een poging in Hoelang pikken we het nog. Een
manifest waarin hij zoekt naar het laatste restje vuur om het publieke domein nieuwe gloed te geven.

Want waarom betalen wij belasting als het alleen maar verdwijnt in de handen van zakkenvullers? Waarom al dat privatiseren en het socialiseren van private schuld? Waarom groeit het leger zwevende kiezers dat zich verliest in de waan van de dag? Waarom noemen we de PVV steevast een politieke partij terwijl het alleen maar om een beweging gaat die draait om Wilders terwijl het ledenaantal van politieke partijen terugloopt?

We delen met z´n allen een erfgoed: maar delen we dat nog?

Of staat alles in het teken van het I I-mighty?

Heeffer slaat pijlers die het publieke domein opnieuw kunnen stutten, waarop loyaliteit en wederzijdsheid rusten. Ofschoon het gaat over de revolutie opteert hij voor een de-constructie van het kapitalisme. In het filosofisch café van zondag 13 september gaat hij
daarop in.

Prof. dr Heinz Kimmerle over Hoe lang pikken we het nog:

In dit ‘Hoe lang pikken we het nog’ gaat het om een deconstructie van de logica van het monetair kapitalisme. Een deconstructie is een vorm van kritiek tegen de achtergrond van een positief alternatief. Dat in het kapitalisme de menselijke verhoudingen tot
de verhoudingen van waren worden, die een prijs hebben die betaald moet worden,laat zich van Marx leren.     

De kern van het probleem is de erosie van de sociale cohesie. Wil Heeffer laat haarscherp zien dat het teloorgaan van de beheerfuncties de oorzaak hiervan is.

Om hiertegen in te kunnen gaan is een nieuwe mentaliteit nodig, een nieuw ethos dat de mensen bindt. De verwezenlijking daarvan kan niet in één klap gebeuren. Maar zonder bereidheid lukt het nooit.   

Harry van Bommel (kamerlid SP) over Hoe lang pikken we het nog:

‘Hoelang pikken we het nog?’ is een stevig politiek pamflet dat de lezer tot keuzes dwingt. Accepteren we de sociale erosie die de grondvesten van onze gemeenschap aantast of kiezen we voor het herijken van onze betrokkenheid? In deze beschouwing over politiek en economie komen de grote denkers voorbij en wordt de rol van kapitaal en arbeid verder geanalyseerd dan eerder bij Marx en latere auteurs. Ook
hedendaagse problemen rond schulden, afnemende politieke participatie en doorgeschoten marktwerking komen aan bod. Met het formuleren van een aantal rechten als grondslag voor cohesie maakt Heeffer zijn pamflet volledig en zijn redenering rond. Hij durft te kiezen en daagt de lezer uit hetzelfde te doen.

Pof. dr. Ben de Pauw over Hoelang pikken we het nog?

Wil Heeffer kijkt vanuit het werelds reilen en zeilen naar hoe het staat met Neerlands bloed. Zoals elders ontstaan in perioden van krapte problemen omdat door schrijnende verschillen de behoefte aan regulering explodeert. Dat is altijd zo geweest, al ver voor Karl Marx. Ook vandaag luidt het programma van de Tegenpartij voor een eerlijker verdeling van het materieel schaarse nog steevast: ‘Met zijn allen voor ons eige’.  Echter, door het faillissement van de maatschappelijke instituties is de noodzakelijke sociale cohesie die tussen individuen moet bestaan om een samenleving te kunnen vormen afgekalfd. Als gevolg daarvan is in onze postmoderne tijd het individu voor zekerheid en bescherming aangewezen op gedetailleerde regelgeving die is gebaseerd op statistische analyses van wat politiek haalbaar geacht wordt. Daarbij ontbreekt per definitie de menselijke factor, want ons huidige systeem is afgestemd op één ding: Hoe krijg IK meer?
Hoe lang pikken we het nog. De schrijver stelt een aantal intrigerende vragen en laat niet na zinvolle oplossingen aan te dragen en herinnert ons eraan dat niemands leven wegens persoonlijk succes wordt geprolongeerd.

http://www.miriamfuselier.nl/portfolio-item/hoelang-pikken-we-het-nog/

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Made in Havana (2011, Uitgeverij Aspekt)

Om in de sfeer van de roman te komen, klik door naar:

En we verdroomden de dag

2003, Grafisch Buro Goirle bv en ROMA Publications.
Gedichtenbundel. Poëze en illustraties zijn geheel gewijd aan het zwoele, melancholieke leven op Cuba. De illustraties zijn afkomstig van de Cubaanse kunstenaars Enrique Miralles Tartabull en Omar Cardosa en van graficus Ad Willemen.

Genre
Poëzie

Websites
http://www.romapublications.org/Roma1-99.html (nr.46);http://www.gbg.nl/pd-7806-7-9635/product/en_we_verdroomden_de_dag.html

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG-734x1024.jpg

Het bitter van de rosse maan
2008, Free Musketeers.

Francesco van der Maan heeft, omwille van zijn doodzieke vrouw Nadine, de onderneming die zijn vader heeft opgebouwd, vaarwel gezegd. Altijd heeft hij situaties naar zijn hand kunnen zetten, nu raakt hij in de greep van omstandigheden die hij niet voorzag. De verstoorde relatie met zijn stiefzoon dringt zich op, de kanker van Nadine kluistert hem aan huis. Herinneringen worden een wijkplaats. Door wat hij een toeval noemt, raakt hij verstrikt in de netten van een masseuse.
Een onconventionele roman over liefde en verlangen, waarin de behoefte aan menselijke warmte de hoofdrolspelers uitlevert aan de gevolgen van een noodlottige samenloop van omstandigheden. Het bitter van de rosse maan is Wil Heeffers romandebuut.

Media Aanbod/NBD/Biblion – Recensietekst:

Francesco (Freddy) verzorgt zijn doodzieke vrouwNadine als hij op een vrije dag Sarah ontmoet. Zij is een Thaise masseuse, met wie Freddy vervolgens vele middagen   doorbrengt. Dat schept afstand tot Nadine en haar zoon Carlo uit een eerder huwelijk. Muziek en poëzie nemen in Freddy´s leven een belangrijke plaats in. Citaten en verwijzingen maken deze roman wat topzwaar. Naarmate de dood van Nadine nadert, komen herinneringen op. In flashbacks geeft de auteur (1944) een mooi zicht op het begin van de relatie. Tegelijkertijd is er, ook vanuit het perspectief van Sarah bezien, een groeiende sensualiteit en vertrouwdheid op de vrije middagen, gelardeerd met flashbacks over Sarahs jeugd. Troost rest, als door onvoorziene omstandigheden een einde komt aan deze vlucht. Dit prozadebuut verscheen na vijf poëziebundels, en ademt soms ook een poëtische sfeer.

Genre
Roman

Websites
http://www.freemusketeers.nl; http://www.cubra.nl

""

In de roman speelt de aria scherza infida uit de opera Ariodante van Handel een sleutelrol. De opname valt te beluisteren op  http://www.youtube.com/watch?v=FngWzmxK0z8

Persbericht bij de verschijning van Het bitter van de rosse maan in Engelse editie 2014

America Star Books is proud to announce the release of The Bitterness of the Red Light Moon by Dutch author Wil Heeffer. The book is the English translation of Wil Heeffer’s original Dutch novel, Het bitter van de rosse maan, published in the Netherlands
by Uitgeverij Free Musketeers in Zoetermeer.

A brief synopsis of The Bitterness of the Red Light Moon: Everything was fine until she was diagnosed with Cancer. Because of his dying wife, Francesco Van der Moon bid goodbye to the company his father had built. He had always been able to handle situations until now, that he got into one he didn’t foresee. The unpleasant relationship he had with his stepson interfered with his intimacy with Nadine while she was bed ridden. Although anchoring on memories he lost grip on what hit him. Out of the blue, he comes in contact with Sarah, an Asian masseuse who lived a scarred life. Before doing this job, she studied philosophy and English literature. Their lives took an unexpected turn at the wrong place and at the wrong time. It was not what they had expected but what befell them caused a total disruption. It delivered them from the sequel of a fateful coincidence. Yet their minds ranged in the dream world of music and
poetry colliding with the harsh reality of everyday life. This is an unconventional novel about love and desire, on disturbed peace and comfort when one’s life is wrecked.

In Paradisum
2006,Grafisch Buro Goirle bv, Goirle.

Dichtbundel, tot stand gekomen in samenwerking met beeldend kunstenaar Harry Vlamings: http://www.linkedin.com/pub/harry-j-m-vlamings/14/708/b19

Genre
Poëzie

Prematuur
2004, Vereniging van Ouders van Couveusekinderen.

Genre
Poëzie

Website
http://www.couveuseouders.nl

Recuerdos
2002, Fado Press, Tilburg.

Dichtbundel tot stand gekomen in samenwerking met de graficus Walter Kerkhofs.

Genre
Poëzie

Tot elkaar veroordeeld
2010, Uitgeverij Aspekt.

Ofschoon het erop lijkt dat in een door publiciteit overspoelde wereld de bomen tot in de hemel groeien, ofschoon het lijkt dat huidige keuzemogelijkheden ons volledige vrijheid en onafhankelijkheid verschaffen, zijn wij door de ontwikkeling van productie- en communicatietechnieken meer dan ooit van economische besluitvorming afhankelijk geworden. Wereldwijd zijn markten geopend, arbeid is verplaatst naar landen met de laagste lonen, door internet staan we real-time op hetzelfde dorpsplein, multinationale ondernemingen putten bodemschatten uit en geld stroomt naar vrijplaatsen.
In het kielzog van die ontwikkelingen wordt wereldwijd de openbaarheid geweld aan gedaan door mediatycoons die sleutelposities in de openbare meningsvorming bezetten en worden we gebrainwashed door een mediageweld dat onze beeldvorming bepaalt. De Spaanse filosoof Ortega y Gasset vergeleek dit soort van cultuuromslagen met een schipbreuk, maar schipbreuk leiden wil nog niet zeggen verzuipen. Om overleven veilig te stellen hebben we elkaar nodig. Zeker in een wereld waarop in toenemende mate krachten als versnelling en massaliteit inwerken. Ontwikkelingen die ons niet alleen tot slachtoffer maken van gevolgen die nauwelijks te herroepen zijn, maar die ons tevens medeplichtig maken aan maatschappelijke ontwikkelingen die zich in toenemende mate aan onze instemming en toestemming onttrekken.

De schrijver zoekt naar aanknopingspunten die ons in staat stellen om vanuit een ´verlicht pessimisme´ ( Savater) en constructieve ontevredenheid perspectieven op welzijn en welvaart wereldwijd te doen samensmelten.

Prof. dr.dr. Heinz Kimmerle schreef over dit sociaal-filosofisch essay: ´De mensvisie benadrukt de gevoelskant van de mens, die op een preciese en gedifferentieerde manier wordt beschreven. Aan actuele vraagstukken zoals het multiculturalisme, de rol van de vrouw in de maatschappij en de betekenis van internet op het gebied van communicatieve interactie wordt uitgebreid aandacht besteed. Het boek is in het kader van de in Nederland gangbare filosofische literatuur bijzonder omdat het auteurs aan de orde stelt die veelal niet in andere boeken worden behandeld.

Erratum: In de eerste druk van het boek is de naam van Antonio Damasio verbasterd tot Antonio Demasio. De ISBN nummers verwijzen wel naar de correcte publikaties

Genre
Literair essay

Made in Havana
De roman Made in Havana geeft aan de hand van enkele kernthema´s een bijzondere inkijk in het hedendaagse Cuba. Kort daarover iets over de inhoud.

Tijdens een congres in Havana over kokerzien, ontmoet de Nederlandse oogarts Jan de Cubaanse Luz, de dochter van een held van de revolutie. Ze wil weg uit een land vol tekorten, waarin – zoals zij het ziet – de verstokte, oude garde zich blind staart op het glorieuze verleden en op de verworvenheden van de revolutie. Weg uit een wereld vol verkrampte mensen die figuurlijk aan kokerzien lijden en geen oog hebben voor het vrijheidsverlangen van de jeugd.
In vergelijking met de binnenstromende toeristen voelt Luz zich een tweederangsburger en ervaart hoe onder druk van het geld idealen verdampen.
Luz zet zich op Cuba in voor de uitbouw van een netwerk van onafhankelijke bibliotheken. Een ontwikkeling die op gang komt nadat Fidel Castro laat weten dat er in Cuba geen verboden boeken zijn. Door haar omgang met mensen die worden gezien als handlangers van het Amerikaanse imperialisme, raakt ze in de problemen en ziet in een relatie met Jan een uitweg. Vervolgens ontrolt zich hun gezamenlijke geschiedenis, vol geluk en ongeluk.
De roman stelt het generatieconflict tussen de revolutionaire garde en de jeugd aan de orde. Jonge mensen streven naar zelfbeschikking, naar economische afhankelijkheid en naar openheid. Een streven dat in Cuba door het uitblijven van voortvarende besluiten wordt gefrustreerd. Bovendien speelt in het hedendaagse Cuba een vorm van apartheid die door de dubbele muntsoort in stand wordt gehouden: voor de Cubaan is er de peso cubano en voor de buitenlander de convertibele peso, de CUC. Tussen beide zit een verschil van meer dan een factor twintig waardoor wat voor de Cubaan buiten bereik ligt voor de vreemdeling voorhanden is. Het heeft geleid tot een paradox die van de Cubaan in eigen land een vreemdeling heeft gemaakt.
Desondanks rust de Cubaanse maatschappij nog altijd op uitgangspunten die in de negentiende eeuw door José Martí, de vader des vaderlands zijn geformuleerd.
De roman kent drie delen die spelen in drie periodes: het jaar 1997, de jaren 1998 tot 2000 en het jaar 2003. Die delen voor ingeleid door een korte historische schets. Een soort decor waarin het wel en wee van de hoofdpersonen vorm krijgt.
Made in Havana is een ontroerende roman over wat machteloosheid met mensen doet, over de lagen en listen die de liefde in petto kan hebben, en over hoe het wrede toeval de mens danig parten kan spelen.

Media Aanbod/NBD/Biblion – Recensietekst:

Deze hier en daar bijna journalistieke roman, speelt zich, zoals de titel al doet vermoeden, af in Cuba. Een symposium over kokerzien brengt de Nederlandse oogarts Jan naar Cuba. In Havana ontmoet hij de temperamentvolle Cubaanse Luz, dochter van een held van de revolutie. Luz voelt zich achtergesteld bij de vele toeristen met hun
privileges. Ziet zij in Jan misschien een uitweg uit Cuba? Vindt Jan bij Luz de levendigheid, de spanning die hij in zijn dagelijkse leven mist? Hoe dan ook:
hun ontmoeting blijft niet zonder gevolgen. Boeiende en informatieve roman.

Een aantal pagina´s zijn in te zien op: http://www.bol.com/nl/p/nederlandse-boeken/made-in-havana/1001004010991905/index.html#product_images

Genre

Roman

""

De malecón van Havana

Webpublicaties:

Diverse publikaties onder de kop Cuba what´s in a name: http://www.thepostonline.nl/author/wil-heeffer/

http://cubanismo.net/cms/nl/artikels/give-me-five-cuban-five

Recensies

Dagblad TROUW driekoningen 2021
http://www.uitpers.be/artikel/2019/04/28/naar-filosofie-buen-vivir/
Boekrecensie door Walter Lotens die verscheen in
www.dewereldmorgen.be als in www.uitpers.be

https://www.dewereldmorgen.be/artikel/2019/04/25/naar-een-filosofie-van-buen-vivir/

Verslag van de voordracht over mijn boek in Het Vliegend Hert  in Antwerpen

De Latijns-Amerikaanse filosofie, waarin het inheemse concept ‘buen vivir’ een cruciale rol speelt, staat voor een ‘bevrijdingsfilosofie’. Bij ons zijn de vertegenwoordigers hiervan nauwelijks bekend, terwijl hun denken uiterst actueel is. De Nederlandse interculturele filosoof Wil Heeffer schreef hierover een belangrijk, origineel en onthullend boek dat hij in Het zoekend hert kwam toelichten.

Filosoof en antropoloog Rik Pinxten opent de presentatie van Wil Heeffers overzichtswerk over de ‘Oorsprong en ontwikkeling van de Latijns-Amerikaanse filosofie’ met enkele ontregelende vragen. Hoe kan het dat het rationele, platonische denken al 2500 jaar onze filosofie en de westerse wereld domineert? Hoe kan het dat de verregaande kennis van Chinezen, Azteken, Maya’s… voor de Europeanen eeuwenlang een blinde vlek bleef? Waarom denken velen nog steeds dat als universeel bestempelde categorieën, zoals God, tijd en ruimte, voor alle mensen gelijk zijn? “Als je even vanonder je eigen kerktoren komt,” zegt Pinxten, “spreekt de realiteit dat meteen tegen.” Van oudsher zijn er over de hele wereld religies zonder godsbegrip. Ook begrippen als tijd en ruimte, moraal en schuldbesef zijn allesbehalve universeel. Volgens Prof. em. Rik Pinxten heeft zelfs drie vierde van de mensheid geen ‘geweten’ zoals wij het interpreteren. De spreker wijst ook op een fascinerend maar weinig bekend feit: diverse talen, waaronder die van de Apaches – wier cultuur Pinxten jarenlang bestudeerde – bevatten geen naamwoorden maar uitsluitend werkwoorden. Dat correspondeert met een heel andere levensbeschouwing dan de modern-westerse: alles beweegt, is in proces. Vanwaar halen wij het lef vandaan om te stellen dat onze manier van denken de enige juiste is? Nu, eindelijk, na vijfhonderd jaar zwijgen over de kolonisatie, stelt Pinxten vast dat er – mede door het afbrokkelen van de economische hegemonie – stilaan een discussie op gang komt over de (desastreuze) gevolgen van het opgedrongen ‘beschavingswerk’. Het is hoog tijd om bescheidener te worden, te luisteren naar anderen en mensen als gelijkwaardig te behandelen. Daartoe levert het boek van Wil Heeffer baanbrekend werk.

Wil Heeffer, intercultureel filosoof en Zuid-Amerikakenner, benadert het thema vanuit een ongewone invalshoek, zoals de ondertitel van zijn boek ‘Oorsprong en ontwikkeling van de Latijns-Amerikaanse filosofie’ al aangeeft. Het gaat om denkers die zich bewust zijn van hun wortels én van het koloniale verleden. Zij huldigen een combattief denken gefundeerd op een oeroud wij-gevoel, la Pachamama, de verbondenheid met moeder aarde in een kosmische context.

Centraal in deze filosofie staat ‘la vida’, het in stand houden van het leven. Deze levensbeschouwing gaat ervan uit dat wij, mensen, tijdelijke organismen zijn in een kosmisch proces; dat wij dus allemaal erfgenamen en erflaters zijn en fatsoenlijk moeten omgaan met alles wat ons omringt. Om het leven in stand te houden is herstelcapaciteit (lees: geen totale uitputting) van vitaal belang en bijgevolg ook respect, voor de medemens én voor moeder aarde.

Een tweede pijler van deze filosofie bestaat uit participatie en sociale rechtvaardigheid. Niet opgelegd van bovenaf, maar groeiend van onderuit, met een luisterend bestuur en vertrekkend van de feitelijkheid van de situatie. Dat impliceert mensenrechten maar ook rechten voor de natuur.

Het jaar 1492 is voor Wil Heeffer een keerpunt in de geschiedenis. Dat Columbus Midden-Amerika heeft ontdekt, en vooral het feit dat hij terugkeerde en Spanje zich een heel continent toe-eigende, heeft de verdere toekomst van Europa en een groot deel van de wereld bepaald. In Zuid-Amerika werd een tot dan onbekende geldeconomie geïntroduceerd, waarbij de mens gedegradeerd werd tot een economische categorie: de arbeider. De eeuwenoude inheemse kennis, gericht op de instandhouding van het leven, werd van de kaart geveegd, de bevolking overdonderd met kerkelijke begrippen als leven na de dood, zonde en schuldbesef. De cosmovisión werd verdrongen door een eurocentristisch gedachtengoed, het mythisch-associatief denken moest plaats ruimen voor ‘logos’ en rationaliteit. Deze ontwikkeling zette zich door tot in de 19de eeuw, toen Midden- en Zuid-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijders, onder wie Simón Bolivar (1783-1830) en de Cubaanse schrijver José Martí (1853-1895), ijverden voor de ‘dekolonisering’ van hun volk en gedachtegoed. Ze vonden onder meer inspiratie in de revolutionaire bewegingen in Europa en in werken van invloedrijke denkers zoals Spinoza, Karl Marx, Karl Krause…

Een spilfiguur in de actuele bevrijdingsfilosofie is de (nog steeds actieve) Argentijns-Mexicaanse filosoof Enrique Dussel (La Paz, 1934), ook wel ‘de Aristoteles van Zuid-Amerika’ genoemd. Hij verdedigt een ethiek die teruggaat op de drie grote pijlers van het Latijns-Amerikaanse denken: de mens als onderdeel van een kosmisch transformatieproces, sociale rechtvaardigheid en participatie, en de realisatie van bestaanszekerheid. Kortom: een streven naar een betere wereld, zonder slaven en barbaren. Een wereld van ‘buen vivir’, zonder economische dwang, waarin het leven in alomvattende zin centraal staat en waarin de politiek tot doel heeft om mens en natuur veilig te stellen. Enrique Dussel pleit voor groei van onderuit, een respectvolle omgang en een morele opvoeding als wapen tegen corruptie.

Het grote doel van de bevrijdingsfilosofie is alles uit de verborgenheid halen, het doorbreken van vijfhonderd jaar stilzwijgen door het Westen, dat eeuwenlang zijn dominante ideeën heeft opgelegd. Deze beweging heeft vandaag een aanzienlijke impact op het politieke debat in Zuid-Amerika en is daarom uiterst actueel.

Wil Heeffer studeerde filosofie in Tilburg, Amsterdam en Rotterdam. Hij volgde filosofiecolleges bij Jürgen Habermas en Richard Bernstein aan het Inter-University Centre of Postgraduate Studies in Dubrovnik. Verdere expertise ontwikkelde hij via colleges van Enrique Dussel en van Heinz Kimmerle (1930-2016), grondlegger van een interculturele filosofie. In Cuba werkte hij mee aan conferenties over het werk van José Martí.


Zie ook de recensies over zowel Hoelang pikken we het nog en over Van roofbouw naar opbouw door Peter de Wind in Filosofie (Garant)
jrg. 26 nr. 2 (maart/april 2016) op p. 60-61 jrg. 29, nr. 4



http://doordacht.net/de-ontdekking-van-onze-westerse-geschiedenis-door-latijns-amerikaanse-filosofie/
DE ONTDEKKING VAN ONZE WESTERSE GESCHIEDENIS DOOR LATIJNS-AMERIKAANSE FILOSOFIE


Kortgeleden grapte een Nigeriaanse vriend dat hij de ontdekking van Gaasperplas had gedaan. Het klinkt ons redelijk bizar in de oren, want er wonen immers al jaren mensen. Echter, het ontdekken van nieuw land was ook hoe Columbus het omschreef toen hij in 1492 op de Bahama’s in het Caraïbisch gebied aan kwam. Dat één man zo bepalend zou zijn voor de geschiedenis van een continent dat voor zijn komst enkele van de hoogste beschavingen ter wereld kende is nog steeds onvoorstelbaar. Na zijn terugkomst in Europa verdeelde de paus in 1494 het Latijns-Amerikaanse continent tussen de toen heersende wereldmachten Spanje en Portugal, de tijd werd verdeeld in een pre-Columbiaanse tijd en de tijd daarna en Columbia, waar hij overigens zelf nooit geweest was, werd naar hem genoemd.
            Hoe dit alles mogelijk was, hoe rijke beschavingen door de Spanjaarden werden vernietigd en hoe het continent zich weer wist te bevrijden, wordt inzichtelijk gemaakt in het boek van Heeffer. Een pionierend werk in de Nederlandse filosofie, want tot nu toe is de Latijns-Amerikaanse filosofie een zwaar onderbelicht gebied. Dat maakt het lezen extra spannend, want Heeffer toont niet alleen de filosofische ontwikkeling in dit continent, maar ook hoe die onlosmakelijk is verbonden met de Europese geschiedenis.
            Zijn insteek is vanuit de bevrijdingsfilosofie die in de twintigste eeuw op kwam met als belangrijkste protagonist Enrique Dussel. Hij legt de verbinding met de wijsheid van de oude Zuid-Amerikaanse beschavingen, die een cosmovision hebben die ver af staat van het Westerse wereldbeeld: de mens is onderdeel van de natuur, er wordt gedacht vanuit een ‘wij’ en tijd en ontwikkeling zijn niet lineair, maar cyclisch. Ondanks dit verschil in tijdsopvatting komt Heeffer met de opzet van zijn boek de Westerse lezers, die gewend is aan een chronologische opbouw, tegemoet. Hij begint met de pre-Columbiaanse tijd, die volgens hem gekenmerkt wordt door contextueel denken.
            Het begint meteen al spannend, want we weten nog maar sinds kort iets meer van de levensvisie van deze beschavingen. De Russische linguïst Joeri Knorozov stuitte aan het einde van de 2e Wereldoorlog in Berlijn op reproducties van het Landa-alfabet, genoemd naar de Spaanse inquisiteur Landa die in de 16de eeuw poogde het schrift van de Maya’s te ontcijferen. Hem lukte het destijds niet, Knorozov deze keer wel.
            In zijn boek geeft Heeffer niet alleen aan waarom pre-Columbiaanse filosofieën niet erkend werden, maar legt hij ook de verbinding met het Chinese Taoisme, het Boeddhisme en de Zuid-Afrikaanse Ubuntu. In tegenstelling tot de Westerse filosofie is de logica daarin niet primair gebaseerd op het (geschreven) woord. Hier ontmantelt hij het Westerse universele waarheidsbegrip door te stellen dat wat waar is binnen één logica niet noodzakelijk waar hoeft te zijn binnen een andere logica.
            In de Latijns-Amerikaanse filosofie heeft dit geleid tot een contextfilosofisch denken, vanuit een relationele ontologie, waarin ons bestaan niet los gezien kan worden van de context waarin we leven. Hierin staan taal en tijd centraal en kaart Heeffer het geweld dat door vertalingen aangedaan kan worden aan. De levensvisie van de indios was niet zomaar te vertalen in het Spaans of Portugees. Bovendien gingen de Spanjaarden en Portugezen uit van een lineaire tijdsindeling die gesegmenteerd is in eenheden en waarin er een noodzakelijk verband is tussen oorzaak en gevolg, terwijl de tijd van de Maya’s, Inca’s en Azteken gebaseerd is op cyclische gebeurtenissen, die gemarkeerd werden door vieringen.
            Hoe meer ik lees over het geweld dat door de Christelijke religie en een rationele levensvisie de oorspronkelijke bewoners van dit continent de afgelopen 500 jaar is aangedaan, hoe bewuster ik word van mijn eigen denken vanuit een cultuur die meer dan 1800 jaar door het christendom gedomineerd is.
            Vervolgens behandelt Heeffer de drie grootste pre-Columbiaanse beschavingen die nu bij ons bekend zijn: de Azteken, de Inca’s en de Maya’s. Hij verwijst niet alleen naar de levensvisie van verschillende volken, maar waar mogelijk noemt hij filosofen uit de pre-Columbiaanse culturen bij naam, zoals de Azteekse wijsgeer Nezahualcoyotl (1402- 1472).
            In het volgende hoofdstuk gaat Heeffer pas echt in op het geweld van de Spanjaarden en het christendom, waarbij niet alleen de imperialistische overheersing centraal staat, maar ook het uitmoorden van kennissystemen (door de Portugese socioloog Boaventura de Sousa Santos epistemicide genoemd). Vanuit een superioriteitsgevoel werd het onderwijssysteem voor het Latijns-Amerikaanse continent de Spaanse Universiteit van Salamanca als model genomen. Daarnaast werd de christelijke religie ingezet als belangrijk bindmiddel voor politieke eenheid.            
            Maar ook de Spaanse overheersers zijn niet allen over één kam te scheren. Zo haalt Heeffer ook Spaanse geleerden aan die oprecht geïnteresseerd waren in het erfgoed van de oorspronkelijke inwoners, zoals de filosoof Bartolomé de las Casas en de medicus Nicolás Monardes (1508-1588). Maar terecht eindigt ook dit hoofdstuk weer met een hoofdrol voor een Inca kroniekschrijver, de Peruaan Felipe Poma de Ayala (1534 -1615). Zijn manuscript wordt door de Latijns-Amerikaanse bevrijdingsdenkers beschouwd als een eerste aanzet tot het dekoloniseren van het denken. En ook dit weer laat zien hoe pril dit onderzoeksgebied nog is in Europa, want ook dit manuscript is pas sinds 1980 beter bekend geraakt.
            Nu komen we aan in de postcolumbiaanse tijd, waarin de blik niet meer alleen op het Latijns-Amerikaanse continent, maar ook op ons eigen Europese continent gericht wordt en worden de racistische opvattingen van Kant en Hegel besproken. Beiden zien andere culturen als inferieur en verbinden dit aan huidskleur. Hegel gaat nog een stap verder dan Kant door deze andere volken een plek in de wereldgeschiedenis te miskennen, omdat ze niet voldoen aan het Europese model van staatsinrichting.
            Pas in 1968 wordt de roep om een eigen Latijns-Amerikaanse filosofie luider, een filosofie die sociaal geëngageerd is en ecologisch bewust. De dan opkomende bevrijdingsfilosofie gaat er vanuit dat vrijheid niet mogelijk is, zolang er nog armoede is en het centrum van het denken is niet de polis, maar een leven in balans met de natuur.
            Heeffer laat ook zien welke Westerse filosofen van invloed zijn geweest op de ontwikkeling van een Latijns-Amerikaanse filosofie en behandelt achtereenvolgens:
Karl Christian Friedrich Krause, Auguste Comte, José Ortega y Gasset, Baruch Spinoza en Karl Marx. Vooral de invloed van de bij ons relatief onbekende filosoof Krause vond ik fascinerend om te lezen. Krause, die als student van Hegel, tussen 1802 en 1804 samen met hem colleges gaf in Jena heeft door zijn interpretatie van de relatie God-natuur en zijn opvattingen over sociale rechtvaardigheid een grotere invloed op het Latijns-Amerikaanse denken gehad dan Hegel.
            Als laatste tijdsperiode komen we nu aan in de twintigste en eenentwintigste eeuw, waarin het continent niet langer voornamelijk op Europa gericht is, maar interesse ontstaat voor denktradities van het eigen continent. Nu komt Dussel in de spotlights, door Heeffer de ‘grote voorvechter en de voornaamste spreekbuis’ hiervan genoemd (p. 95). Hier ligt duidelijk de liefde van deze auteur, want hij kwalificeert deze stroming als ‘de meest briljante en originele stroming in de Latijns-Amerikaanse filosofie’ (p.95) en dit jaar zal dan ook een boek van Heeffer verschijnen, waarin Dussel echt de hoofdrol krijgt. Dussel, die sterk beïnvloed is door Levinas bekommert zich vooral om de positie van de onderdrukten. Hier word ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt van hoe weinig ik af weet van de geschiedenis van dit continent. Het is nieuw voor mij dat in 1968, het jaar van de hippie studentenrevolutie in Europa, tegelijkertijd in Mexico tweehonderd protesterende studenten werden vermoord.
            De bevrijdingsfilosofie is een sociaal-politieke, ethische denkrichting, die ging om ‘bevrijding uit het katholieke erfgoed, uit het eurocentrisch denken en uit de voetangels en klemmen van een economisch systeem waarin de rijkdom van de een de armoede van de ander betekent.’ (p.97). Dussel die sterkt leunt op het werk van Marx, plaatst dit in een ecologische context door een antropocentrische opvatting te vervangen door een biocentrische relatie tot de aarde. Dussel ziet dat de gelijkheid niet kan ontstaan zonder verzet tegen een wereld van bovendanen. Ook Dussel lijkt daarmee nog vast te houden aan een dialectisch opvatting tussen onder- en bovendanen. Hier gaat Heeffer verder niet op in.             Vervolgens volgt er een meer algemeen hoofdstuk over het vitalisme van oude talen, waarin een kritische reflectie plaats vindt op het voornamelijk gebruik van Westerse talen in de filosofie. Heeffer duidt taal als instrument van de filosofie en sleutel voor het opdiepen van het verleden en terecht merkt hij op dat hierbij zelden de taal van de inheemsen als sleutel wordt gebruikt. Hij verwijst hier naar het werk van bijzonder hoogleraar Antropologie en Etnohistorie van Latijns-Amerikaanse volken in Latijns-Amerika Ouweneel die zich afvraagt of wij als niet-Indiaanse onderzoekers uit West-Europa überhaupt wel iets kunnen bevatten van het heden en verleden van Indiaanse samenlevingen. Hoewel ik voornamelijk zeer verdrietig werd door de desastreuze invloed van de Spaanse kerk en politieke overheersing op dit continent, bracht de door Heeffer aangehaalde passage van Ouweneel toch een glimlach op mijn gezicht. Het begrip ‘zonde’ paste niet in een levensvisie van de Azteken, die het begrip tlatlacolli gebruikten voor alles dat besmeurd of beschadigd was en om een verstoring van het sacrale tijdsverloop aan te duiden. Maar aangezien ze niet in een hiernamaals geloofden werd het gebeuren vergeten en vergeven als het niet op korte termijn tot problemen, zoals ziekte of zonsverduistering leidde. Door het incorporeren van deze woorden in de Spaanse kerkdienst, werd het eigen inheemse gedachtegoed onbedoeld gereactiveerd bij iedere Spaanse kerkdienst.
            Het laatste hoofdstuk van het boek is gewijd aan het ecologisch gedachtegoed van Buen Vivir. Ook hier blijkt 1968 een sleuteljaar, want toen werd door Europese wetenschappers de Club van Rome opgericht, waarin de klimaatproblematiek reeds werd aangekaart. Dit sluit aan bij de visie vanuit Buen Vivir, in Nederland vooral bekend door het werk van de Ecuadoriaanse socioloog en econoom Alberto Acosta, maar in dit boek voornamelijk toegekend aan Dussel. Ook hier toont Heeffer zich weer een erudiet auteur, die de beweging in verband brengt met historische gebeurtenissen als het Dispuut van Valladolid (1550- 1551) en de Synode van Dordrecht (1618-1619) en de astronomische ontdekkingen van Copernicus (1473-1543) en Galileo Galilei (1564- 1642). De ‘ontdekkingen’ van Columbus, Copernicus en Galileo Galilei leidden tot een ander wereldbeeld dat gevolgen had op politiek (revolutie tegen aristocraten), wetenschappelijk en economisch gebied, waarin God werd vervangen door een religie van economische vooruitgang en de aarde gebruik mocht worden als wingewest. De Copernicaanse wending die nu nodig is om een klimaatcatastrofe te vermijden (indien nog mogelijk), zou wel eens uit Latijns-Amerika kunnen komen, door een filosofie waarin de aarde weer centraal staat. Hier is wel een wending van inzichten voor nodig, een dekoloniseren van ons denken.
            En op de laatste tien pagina’s van dit boek komen dan ook eindelijk de vrouwelijke filosofen naar voren die hier een rol bij kunnen spelen, met als eerste Latijns-Amerikaanse Mexicaanse feministische filosoof Sor Juana Inés de la Cruz (1651-1695).
            Het boek eindigt met een roep om interculturele dialoog met verwijzing naar de Duitse filosoof Heinz Kimmerle, maar het laatste woord is voor de Argentijnse socioloog Walter Mignolo, die pleit voor een dekolonisatie van ons denken en het luisteren naar de stemmen van mensen voor wie economische groei niet voorop staat, maar het leven in harmonie met de natuur. Even onvoorstelbaar als dat Columbus zich de ontdekking van Latijns-Amerika toe-eigende is onze complete desinteresse voor dit continent op filosofisch gebied tot nu toe. Er valt een wereld te winnen.

Van Roofbouw naar opbouw – Wil Heeffer
door Renate Schepen, oktober 2020




De haveloosheid van het menselijk lustbedrijf
Artikel over En we verdroomden de dag, Brabants Dagblad, Nick J. Swarth, 23-12-2003, pag. 2.

Op zoek naar verloren tijd
Joost Geerts, Brabants Dagblad, 31-1-2002, pag. 29.

Pendelen tussen plicht en plezier, lijden en lust
Artikel over Het bitter van de rosse maan, Brabants Dagblad, Mieske van Eck, 17-10-2008, pag.19.

Wil Heeffer, Het bitter van de rosse maan
Recensie over Het bitter van de rosse maan door Ben Loonen, De Leybode, oktober 2008, nr 129, pag.26.

Made in Havana
Website:http://www.cubanismo.net/cms/nl/artikels/made-havana

Tot elkaar veroordeeld
Recensie over Tot elkaar veroordeeld door dr. Herman van Erp, De Uil van Minerva, 2011,vol 24, pag. 49

Aankondiging in Filosofie jaargang 21, 2011, nr 2, pag.62

Hoelang pikken we het nog

http://lezersvanstavast.blogspot.com.es/2016/01/wil-heeffer.html

http://www.miriamfuselier.nl/portfolio-item/hoelang-pikken-we-het-nog/

http://www.vrijeboeken.com/book/9789491736049-hoelang-pikken-we-het-nog.html

http://harryvanbommel.sp.nl/weblog/2016/01/03/leestip-hoelang-pikken-we-het-nog/

http://www.nobb.nl/images/Citaten/Transition03Democratie.pdf

https://roundtown.com/event/18663722/Boekpresentatie-Hoelang-pikken-we-het-nog-Nijmegen-NL

Rik Pinxten is prof. emeritus culturele antropologie (UGent). Hij was onder meer student bij Leo Apostel en Jaap Kruithof. Hij deed zijn expertise op via decennialang veldwerk, dat begon bij de Navajo-indianen. Al jaren propageert hij de boodschap dat de vermenging van culturen behalve onomkeerbaar ook en vooral verrijkend is, terwijl multiculturalisme een eilandmentaliteit creëert.

Poëzie: Gedichten en Hertalingen

MAN KANN NICHT BERICHTEN WENN MAN TOT IST

I

""Calcanda semel via leti

  Het leven is lucht en wat men najaagt is wind

                                                           – Prediker

niet langer iets te zijn

maar iets in het niets te wezen

en dat zonder angst noch vrezen

te zijn

als zaad dat,

gewonnen uit een knop waaruit het leven week,

geen zeggenschap meer heeft over de hand

waaruit het wie weet ooit nog eens gedijt

als fantoompijn

zeurend

in wat door niet te delen woorden maalt

als sporen in het warme zand

ten prooi aan het getij

dat tot aan de vloedlijn alles wist

niet langer iets te zijn

maar iets in het niets te wezen

een nabeeld

in de zomen van de tijd

http://lyricskeeper.nl/nl/leonard-cohen/dance-me-to-the-end-of-love.html

II

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is foto-wil-1-778x1024.jpg

Autoretrato

Cría cuervos y te sacarán los ojos

                   – spaans spreekwoord

de horizon ligt hoog

onder ´n haal

van strakgetrokken blauw

daaronder rood de aarde

als een borst doorkloofd

en leeggeroofd de lades

verlaten

vol verhaal

de zon spoelt hitte

en over het verschroeide voorjaarskruid

huilt ijl en licht

voor wie het horen wil en voelen

wind

wind

ooit wisselwaarde voor een kind

ontsteelt aan het versteende klank

als eens de Memnonbeelden

dit magisch uur

verbreekt het zegel op mijn mond

woorden wakkeren in mijn ogen aan

steek uit mijn hand

doch roepende stuit ik op gehoor

dat mij in machtig zwijgen overstemt

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is salvador-dali-the-city-of-the-drawers1.jpg

http://songteksten.net/translation/365/9915/loreena-mckennitt/dantes-prayer.html

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is bronzen-penning-wil-824x1024.jpg

Penning gemaakt door Lia van Weereld

III

Au retour à l’orgine

                                        voor Ad Willemen (1941-2013)
I

stapvoets tredend in de sporen

van de immer onvoltooide tijd

en het hoofd vol muiterij te weten

op de banen van het brein

is controle op de wissels weg

en spoort het weten naar niet weten

wijd open ogen

huiveren voor seinen in staccato-taal

de barre tocht

vol vruchteloos verzet

passeert

zonder dat het waar en hoe nog hecht

het vele onvergetelijke

in een ongemeen gevecht

II

ze vallen zwaar

de nog gegunde levensdagen

waarin het talent dat straalde kwijnt:

hij die vervuld van levensvuur

haar vagijn bezong

als moeder aller talen

die met zijn krijt haar adem gaf

haar kleedde met zijn kleuren

haar bezielde door zijn blik

III

de tijd wil niet langer

terug in eigen sporen treden

het heden ongewis

wist uit wat was

en huivert

voor het wassen

van de dag der dagen

IV

wat geeft het?-

de tijd noch op noch om

voor het wonder

dat voortkomt uit haar schoot

ent steeds weer nieuw verhaal

op oude wortels

alleen dit nu verstomt

hoor

hoe vanuit onbestemde verte

de blauwe vechthond

aan de voeten

van de cranachse Venus huilt

Schepping

– Waar wachten wij op, verzameld op het marktplein? De barbaren zullen vandaag moeten komen 

                                                                                                                      – Kaváfis

en het vlees is woord geworden

toen vanuit de verwondering

de geest neerdaalde in het wezen

dat zichzelf kon bezien

al dromend ontwaakten zij

die zichzelf mens gingen noemen

en er ontstond een besef van tijd

dat als het heden, het zijn en het worden werd benoemd

de zon ging onder en de zon ging op

alsof er nooit een einde aan zou komen

totdat een eclips de dag verduisterde

en angst de stemmen snoerde

en uit dat hoe en wat

ontstond het waar en waarom

vragen die niet meer dan een raadsel verwoordden

dat door geen woord kon worden geklaard

de mens greep naar niet te duiden letters

en schiep zichzelf iets dat op zichzelf niemand was

maar van waaruit al wat was ontstond

uit naam van wie het raaskallend gedijde

een schreeuw niet meer

die zichzelf apocrief hertaalde

en angst deed waren in het rusteloos besef

zich uitgeleverd aan de barbaroi te weten

meerstemmig greep het om zich heen

en verloor grip

op wat het zelf in gang gebracht

niet meer tot zwijgen kreeg

in de naam van

ging het heersen over dood en over leven

en zal het heersen

totdat het in de eigen strik verstikt

het zij zo

het is niet anders

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Twee vertalingen van gedichten van Francisco Brines (1932-2021). Hij kreeg in 2020 de prestigieuze Cervantesprijs uitgereikt in zijn huis in Oliva

De dood van Socrates

Na vele uren van koortsige gesprekken

verkondigden ze: ‘De zoon van de vroedvrouw moet sterven,

zijn welsprekendheid kan dodelijk zijn voor ons allemaal.’

Al drie nachten lang becommentarieerde Athene,

door de mond van de jongeren,

de vurige gedrevenheid van hen die in het huis van Kephalos aanwezig waren

gesprekken waarin Socrates wees op normen

die voor de nieuwe Staat richtinggevend zouden moeten zijn.

Die gevaarlijke bezieling leidde, in geheim samenzijn,

tot instemming met het doodsvonnis

want het gevaar bestond,

dat allen door het woord van die man de dood onder ogen zouden moeten zien.

Het overleg verliep verhit en vroeg veel tijd,

maar door toedoen van enkelen klonken er ook nobele overwegingen;

juist hun argumenten roepen me op om,

zoveel jaren na die onzalige moord,

hun bedenkingen nieuw leven in te blazen.

En wel, omdat zij vanuit een oprecht gevoel

te midden van verwarring over raad en daad

de vinger legden op het menselijk tekort,

wezen op de meerduidigheid van feiten

en op het gevaar van een onvoorwaardelijk waar,

het zijn immers juist kleinigheden die, jammerlijk genoeg

wat juist is kunnen verduisteren.

Nu terugkijkend op hun bemoeienis

was het hun inbreng die dankbaarheid

van de medeburgers had verdiend;

zoals het nu opklinkt bij hun nakomelingen

had beter terughoudendheid gezegevierd.

Eens te meer werd duidelijk

dat een nobel karakter niet iedereen is toebedeeld;

de ellendige afgunst, de angst voor verlies van macht,

de verachtelijke wrok… obscuur was het vonnis tot zijn dood.

Maar niet alleen dat,

niet alleen de miezerige bijkomstigheden

die opwellen als een oordeel wordt geveld,

en die, geef toe, ook enkelen van u de adem stokken doet.

Het ging om meer,

bij leven ervoeren zij het verdriet en de pijn van hun Socrates,

de man waarin het beste van Athene huisde,

en drongen aan, zoals ze zelf deden,

tot een zich eigen maken van zijn normbesef.

De vorming van een nieuwe Staat

hield het afstaan en verbannen in van wie ouder was dan tien,

een decreet om het lichaam te vermoeien

door het bewerken van grond,

omdat volgens de statuten van de nieuwe Republiek

onderwijs de geest alleen maar zou verdwazen.

Hij achtte het beter dat zijn zelfopoffering er niet toe deed

(want wars van bezit en niet hechtend aan het leven;

waardig, zo niet als Socrates, zijn plaats te laten aan Glaukon of aan zijn broer)

maar hij had een kreupele zoon van drie, die –

hoewel gaaf van aangezicht –

niet van nut was bij bewerken van het land;

volgens de nieuwe wet

zou zijn natuurlijk gebrek zijn dood betekenen.

Andere persoonlijke argumenten lijken ons minder relevant,

zoals waarin – buiten twijfel – om het leven van een veroordeelde wordt gesmeekt,

verwijzend naar een schulduitsluitingsgrond

naar ontoerekenbare dispositie van de geest.

Er zijn altijd persoonlijke redenen,

zoals de angst tot sterven die ons allen domineert

of die vreemde trek die sommigen onrechtmatig doet verbannen:

in vergelijk met Socrates schoten vele volgelingen tekort

legden zij het zelfs af gemeten aan het gemiddelde in de stad.

Het leven en de gewoontes overziende van eenieder

merkten ze op dat woord en daad niet correspondeerden;

het huichelen trouw de wet te volgen,

bewees eens te meer hypocrisie.

De nobele aard van hen die Socrates’ dood niet kon voorkomen

zet in het licht (zwak, hoewel, om tot een berustend begrip

van het toekomstige te komen)

hoe een waarachtig spreken steeds weer wordt gewroken

omdat vrijmoedigheid vertroebeld

en bij gelegenheid ontspoort in dralend dwalen

omdat het lichtend spoor blijft haken in woekerend gewas

dat volgelingen verdoold verblind

En, zoveel is zeker, Socrates wist

dat zijn Staat een ideaal zou blijven

de weg naar het morele blijft een hulpvragend zoeken

een menselijk slingeren tussen goed en kwaad.

(Dit droog verhaal over dit politieke misdrijf

laat ik voor geschreven zoals het morgen wordt geschreven en overmorgen nog eens wordt herschreven zoals in nog geen honderd jaar men over die duistere moord is uitgesproken.)

In de republiek van Plato

Ik herinner me als de dag van gister hoe verstervend avondrood

bevreemdend de vruchtbare valleien kleurde,

en ik in mezelf verzonken vanaf de middelhoge heuveltop,

vermoeide ogen sloot.

De oudsten onder de jeugdige strijders

en enkele van mijn zonen, uitverkoren door hun pure pracht,

plaatsten opeenvolgende laurierkransen op mijn hoofd

en schudden me de hand.

Tot toen hij op me toeliep, en ik beefde en verschoot;

en zijn lauwertak uit zijn hand graaiend

kroonde ik – als betrof het goddelijke luister – zijn jeugdig hoofd.

Ik lei mijn hand op zijn ontblote schouder.

Die campagnedagen van weleer

verliepen loom en waren zegenrijk door getoonde moed,

en in mijn ogen nestelde zich

het obscure licht van een menselijk lustgevoel.

Getooid met mirte en bloem, deelden we de tent

bewaakt door het smeulend waakvuur en de slapeloze blik

van uitverkoren wachters.

De wijn, de maaltijd die wij deelden en op het festijn

niemand, mijn meest geheim verlangen respecterend,

die ook maar enige vreugde toonde

terwijl Licio het zijne achter lippen sloot.

En bezig zijnde dat vijandige koninkrijk te veroveren

maakte ik zijn hart tot het mijne en schonk het leven.

Nu terugkijkend op de vreugdevuren van dat kampement

en onder een donker nachtelijk dek,

al liggend op een vuig en vochtig leger,

opgevreten door dat koortsige gevoel,

voel ik me uitgeleverd aan mijn uitgewoonde lijf;

en hoor van ver het jeugdig lef van Thirasymachus, de held.

Op de schouder van Lycius, vertelden me mijn kinderen,

legde hij zijn vaste hand,

en hij omarmde hem wat, aldus de wet, het recht doorgaf aan de omarmde.

Vandaag bezocht ik achtergeblevenen en zag de goedkeuring van de magistraten ,

en hoe hij werd bewonderd door de jongeren

voor wie de oorlog een leerschool is

en hoe hij onthaald werd door alle vrouwen.

En ik drukte hem in mijn armen en sprak een warm welkomswoord.

Hij ging heen met hem, de jonge Lycius.

Het vrouwenkamp verlatend

liep hij voor mij langs, en ik las in de ogen van de jongen verwarring en verwijt.

Er klonken geruchten dat de campagne in Azië aanstaande was,

en dat het dringend nodig was het lichaam te herstellen,

het kracht door oefening te doen herwinnen,

om terug te keren naar de strijd.

En ik denk, afgezien daarvan, hoe vruchteloos mijn droom,

door de tol van jaren die mijn lijf uitputte en verbraste

voel ik hoe het lijdt aan een snijdende pijn.

Verzonken op mijn leger, staar ik in het vuur dat zijn tent omringt,

en kan de blik van Lycius wel raden:

hij die maar dan mogelijk nog van me houdt.

Gezegend zijn zijn lichamelijke en geestelijke vermogens

zij zullen hem tot held van de Grieken maken.

De veldtocht op het oude continent komt naderbij,

hij zal wreed zijn en langdurig

en niemand die zijn dappere inzet zal evenaren.

Als de tijd me haalt en er een schaduw valt over mijn leven; als ik ooit mocht keren

zal niet zijn hand op mijn schouder rusten.

Moge Lycius zegerijke dodendiensten leiden.

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Desnudo de mujer

I

LA MAJA DE SOROLLA

           -desnuda de mujer, Sorolla,1902

tus nalgas

son montículos cariñosos esperando a caricias soñolientas

son mejillas sonrosadas como si fueran frutas suculentas anhelante por dejarse coger

son cabritos mellizos paciendo al pie de tus columnas de mármol
tumbado en el prado inmaculado, en las sábanas de raso

eres en todo un delicioso culito
hecho para ceder
para ser acariciado eternamente

querida mía
déjame disfrutar de tu dulzura
en un intenso festín de amor

 II

LA MAJA DE SOROLLA

            – desnuda de mujer, Sorolla, 1902

als een opengeslagen partituur

als een wolk geurend naar hoger honing

als  rijpe appelwangen vol gevangen zoet

vormen je billen het dwaallicht van mijn ogen

voel ik me verdronken eer ik water zie

laat me in de onbetreden warmte

van je lakens slapen

en dek me met een wulps verlangen toe

Brief van de componist Granados aan Malats

‘Ik werd verliefd op de psychologie van Goya en op zijn palet. Op hem en op de hertogin van Alba, op zijn echtgenote – wat een vrouw. Mij fascineerden hun jurken, hun ruzies, hun liefde en geflirt, hun wangen als witte rozen, in scherp contrast met hun krullend haar, op het zwarte velours met knopen en ornamenten, de verstrengelde lichamen van deze dansende schepsels, hun handen als paarlemoer en jasmijn, rustend op gitzwarte fantasieën.’

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

L’orgine du monde: twee gedichten

Mr. Y on Twitter: "Gustave Courbet "L'Origine du monde", 1866 Revisited by  Deborah de Robertis Musee d'orsay, París. http://t.co/WX3NtEn9IX" / Twitter

Rebora de Robertis laat zien hoe beeld en werkelijkheid zich tot elkaar verhouden voor het befaamde schilderij l’orgine du monde van Gustave Courbet in Musée d’Orsay https://www.lemonde.fr/culture/article/2014/06/05/a-orsay-un-remake-de-l-origine-du-monde_4432340_3246.html

L’orgine du monde: 1

si no la salvo a ella no me salvo yo 

                            – Ortega y Gasset

En este vaso de ginebra bebo los tapiados minutos de la noche, la aridez de la música, y el ácido deseo de la carne.

                                                                                                                      – Francisco Brines, Con quién haré el amor.

Abrazándonos en el sueño de nuestros sueños

nos perdemos en cuerpos entrelazados

que se fusionan entre sí

como la corriente gemelas del paraíso:

inmerso en una bruma orgiástica

sobre un lecho de azahar

pasando soñando el tiempo.

¡Que ningún serpiente nos engañe más!

El amor se hace amando

para convertirse en amor

para fundirse entre sí.

Se hace el amor para vivir la vida

compartiendo las bondades de la madre tierra

en todo su plenitud.

Sólo la coincidencia del encuentro

y la convicción de que los frutos serán mejores

que la promesa de floración

nos mantiene vivos.

¡Que la ira de ningún dios nos detenga!

Hacer el amor o no hacer el amor

en eso consiste la vitalidad

eso es lo que cuenta

el resto es silencio’.

¡Dejemos que este silencio descanse

en toda su oscura crueldad!

 
L’orgine du monde: 2
 

¡Que me bese con los besos de su boca!

                                           – Cantares 1:2

Cuando el sol de tu sonrisa
se levanta al amanecer
y todo tu cuerpo huele a azahar
en el bermellón de los sueños matutinos,

cerraré tus ojos
y alimentarte con los besos de mi boca.

El calor del amor
fluye por nuestras venas
y bajo el canto de los pájaros
no soy yo, sino tú
tú que me besas con toda tu pasión

en una entrañable fusión mutua

encantado por lo que compartimos juntos

flotando en el vacío del tiempo

perdido en el éxtasis total

https://www.youtube.com/watch?v=shSozMCaWWc

https://www.youtube.com/watch?v=tGy9fLI2sz0 

https://www.greatwallofvagina.co.uk/ 

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Antonio Machado

Proverbios y cantares XXIX

Hertaling in de vorm van een rondeel

Reiziger, het zijn slechts indrukken

die je achterlaat,

een spoor, meer rest er niet

uit wat je gaande baant.

Wat je tot voortgaan maant

ligt voor je uit:

een lichtend pad

dat wijken blijft in het verschiet.

Reiziger, het zijn slechts indrukken

die je achterliet

wat schittering in een verhaal

en verder niet.

Caminante, son tus huellas

el camino, y nada más;

caminante, no hay camino,

se hace camino al andar.

Al andar se hace camino,

y al volver la vista atrás

se ve la senda que nunca

se ha de volver a pisar.

Caminante, no hay camino,

sino estelas en la mar

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Montgó

un tríptico

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is montgo-2-kopie.jpg

I

en la permanencia mudable

en más de lo mismo atemporalidad

esperando – como encinta –

a los pies del viejo mar mundial

como siempre

nacido desde la neblina

inalterable siempre

saludando arrebolado la aurora

peinado por sal y viento

se esconde en su torso

la vida,

petrificado en su vientre

en la permanencia mudable

en más de lo mismo atemporalidad

que nunca el apocalipsis estalle

en un fuego de sapos y culebras…

que nunca

salga

ni se oculte el sol

II

el monte de la luz

de las caricias del sol

de la luna

cúya cara nocturna

se refleja en la luz galáctica

el monte que habla con el viento

fecunda su epidermis

por bruma y niebla

da la vida a lo que

brota de su germen resplandecido

mientras dejan oír

desde lo profundo de su carverna

los latidos del cosmos

dentro de su cuerpo

se esconde el misterio

de su concepción

nacido de un fuego volcánico

solidificado en la esperanza

sordomudo y inquebrantable

solidificado en la esperanza

pero falta oír

a un oráculo

que me cuente

¿desde dónde?

¿por qué?

adónde se dirige

el misterio de la humanidad

III

la escalera rocosa que

desde los pies del viejo mar mundial –

va a llevarte al espacio sideral

montemar en aurora y ocaso

vestido de rojo

rojo, en todos sus tonos

un espectro que brilla

para aquellos que sueñan a su flanco

en protanopia

para aquellos cuyos recuerdos

sobreviven en un purpúreo

como erase una vez en el cantar de mio Cid

ese viejo cantar lleno de sangre mora

pero también para aquellos

para quienes huelen el carmin y el ambrosía

del amor rojizo dentro de su matorral

por no hablar del pasado preservado

en el caput mortuum firmado en sus entrañas

el monte como una lengua de fuego

desvariando

sobre lo que pasó

y lo que se olvida

siga ardiendo

en la aura del espectro bermellón

hasta el Eschaton

que siga soportando

lo que nadie puede aguantar

a los pies del viejo mar mundial

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is montgo-3.jpg

Montgo


een triptiek

I

Protest/Songs from the trilogy

-Philip Glass

zo telkens anders

zo tijdloos eender

ligt zij als een bolle buik

aan de voeten van de zee

onheuglijk eender

groet uit nevelen ontwaakt

zo telkens anders

haar rozig-rood de ochtend

haar gezwollen tors

gekamd door zout en wind

bergt leven

dat zich versteend geborgd heeft

zo telkens anders

zo tijdloos eender

dat nooit de dag vol vuur en as

waarop dat alles uit haar merg spat…

dat uit een nooit meer eender

nooit meer telkens anders wast

II

Spiegel im Spiegel

– ArvoPärt

de berg van licht

van koestering van zon

van maan die haar nachtzijde

spiegelt in het sterrenlicht

de berg die spreekt door wind

bestuift

door mist en nevel

leven schenkt

aan wat zich uit haar opperhuid

ontkiemt

terwijl diep in haar

de klop van de kosmos

wordt gehoord

zij die in haar binnenst

het mysterie bergt van haar ontstaan

uit vulkanisch vuur geboren

en tot steen gestold

maar niet orakelt

over de ultieme vraag

vanuit waar

en wat vandaan

III

Quatuor pour le fin de temps

– Olivier Messiaen

de berg zo rozig-rood

bij avond en bij ochtendgloren

rood, in alle tinten rood

een spectraal dat zij bezingen laat

door wie zich koestert aan haar flanken

door wie in bloedrood over het verleden taalt

zoals in scharlaken over godsdiensttwisten

maar ook over het karmijn en ambrozijn

van rosse liefde in haar struikgewas

en over het diep wijnrode ossenbloed

dat getuigenissen

uit een diep verleden conserveert

de berg als een vurige tong

die raaskalt

over wat achterwaarts beleefd

voorwaarts wordt vergeten

in alle tinten rood

ligt zij na te gloeien

tot aan het eind der tijden

en zal verdragen

wat door geen mens te dragen valt

rood in alle tinten

aan de voet van de oude wereldzee

Montgo

I

in changing permanence

timelessness in a timeless flow

waiting – as if pregnant –

at the feet of the world’s ancient sea

as always

born of the mist

unchangeable unchanged

greeting the dawn in a flush of pink

brushed by salt and wind

life hides

within its torso,

turned to stone in its womb

in changing permanence

timelessness in a timeless flow

for apocalypse never comes upon us

in a fire of toads and serpents …

may never ever

dawn stop rising

may never ever it decrease

II

sea mountain

at dawn and dusk

dressed in red

red in all its tones

a spectre that shimmers

for those who dream at its flanks

struck by protanopia

for those whose memories

survive in a purple haze

as once in the Song of Mio Cid*

but also for those

who smell the flush of blood and the ambrosia

of red love deep in its bush

to say nothing of a past preseved

in the caput mortuum signed in its guts

the mountain like a tongue of fire

wandering

over all that’s gone

and all that’s forgotten

may it keep burning

through the vermillion aura

until the Eschaton

may it keep bearing

what none can bear

at the feet of the world’s ancient sea

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

CUATRO ESTACIONES,

             VIER SEIZOENEN

PRIMAVERA

   hodie in aeternum

      ….and will the swallows come again, Richard Fariña, 1964

desde un suspiro de espuma

adornado con chispas de sal

como nacido de las olas saltando de alegría

abandonando a orillas del mar

reposa tu gloría espléndido

maduro y rico de sabor

tus pechos lleno de vitalidad me quieran alimentar

y tu conchita esperando mis caricias

tus ojos de un color celeste

brillan pícaramente en la luz de la madrugada

te das a mis ojos las manos

y espoleas mis labios a calmar tu sed

cariciamos la esperanza

que la vida se rejuveneza desde un da capo sin fin

PRIMAVERA

   Hodie in aeternum

      ……and will the swallows come again, Richard Fariña, 1964

als uit bruisend schuim geboren

in een halo van laaiend licht

als vrucht van Gaia´s schoot

te vondeling op een verlaten strand

ligt je heerlijkheid, verwekt uit wind en water

als vlammend vuur in mijn vizier gevangen

je borsten vol gezwollen levenskracht

je hand die zonder schroom je schaamte wijdt

je ogen vol kristallen fonkeling

waarin het ochtendgloren danst en glanst

mijn ogen geef je handen

mijn mond proeft horendol de bronst

van het tijdloos nieuw begin

dat taalt naar herbeginnen

het zotte geweld dat zich in trance tot offer danst

na het horen van één zwaluwzang

alsof dit da capo niet kan verklinken

alsof er duur zonder tijd bestaat

VERANO

quiero vivir en tu dedo

flotando sobre tu cuerpo enaltecido

y casi sin peso acariciar

– como un suspiro –

tus llanos

quiero vivir en tu dedo

buscando el sabor de la noche

guardado en el brillo cristalino

del rocío bañaba tus curvas cerradas

quiero pintar con tu dedo

tu cuerpo en colores astrales

vivir en la sabiduría

de un zahorí

buscando tu origen del mundo

soñar en tu dedo

a la deriva

errar sin dolor

quiero vivir…

ZOMER

ik wil wonen in je hand die

– luchtstrelend als een zucht –

al heuvelend over je heerlijkheid dartelt

en verdwaald in het landschap van je dalen

ik wil wonen in je hand

die door je geur bevangen is

om me te bergen in het parelend kristallijn

waarmee de dauw je in de vroege ochtend dekt

ik wil je beschilderen met astrale kleuren

wonen in de wijsheid van een wichelroede

die de bron van leven zoekt

ik wil al dromend dralend dolen

verwijlen zonder een gevoel van pijn

ik wil in je wonen….

TARDOR

hay otoño en tu copa

y de tus ojos abierto de par en par

caen hojas multicoloradas

un frío glacial hace tiritar tu piel

palabras de peluche suenan

por el cristal de hielo en tus orejas

y vaticinan celo en tu corazón

encarcelado en un vacío gélido

trasnochamos juntos

bajo la sábana del plenilunio

como si estaríamos inmortales

¡oíga!

como la ave fabulosa

desvaría a través del humo trascendental

acerca de un retorno perpetuo

el amor no se muere

NAJAAR

het is herfst in je hoofd

veelkleurig

valt het blad van je wijdopen ogen

en er rilt vrieskou door je huid

wind mirakelt

door ijskristallen in je oren

en wat er over is van bronst

wordt ijler

de najaarsnacht spreidt haar sterrenkleed

stervenskoud

raaskalt de tovervogel ten laatste

onsterfelijkheid door het verschiet

INVIERNO

nana

    recuerdo a Manuel de Falla, canciones populares español

en el momento en que el mundo sera más grande

que el pecho en que toda la vida queda por el recién nacido

duérmete nanita,

duerme

sera desaparecida la ingenuidad

y comienza el temor

duérmete lucerito

duerme

el espanto suplanta la sorpresa

y que sera rebelde tatúa

en el alma las heridas de la vida

lo que sangre

no se puede restañar

duérmete mi vida

duerme

mientras que puedes                   

In herinnering aan Manuel de Falla:

WINTER

        wiegelied

vanaf het moment dat de wereld groter wordt

dan de moederborst waaraan het kind zich zo gelukzalig laaft

slaap m´n kindje, slaap

verdwijnt het onbekommerde

slaat angst haar vleugels uit

slaap zacht m´n kindje, slaap

en droom maar over het schaap

ontzetting verdringt verbazing

en verwondering wordt uitgeleverd

aan wat weerbarstig is en snijdt

en aan het bloeden van de ziel

is geen stelpen meer

slaap m´n liefje, slaap

en droom maar niet van morgen

Enno Voorhorst speelt Barios

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is witte-roos.jpg

CULTIVO UNA ROSA BLANCA

                – José Martí/Wil Heeffer

ik kweek witte rozen in winter en zomer

voor een hand die oprecht

– zoals die van een vriend –

zich met de mijne vervlecht

en voor hem die me uitdaagt

die me het bloed kan doen koken

geen brandnetel noch distel

ook aan hem

wordt mijn witte roos toegestoken

""

PASIÓN

Als je me wilt, neem me dan zoals ik ben

volledig

niet verblind door het clair-obscur

dat mijn ik in parten telt

als je me wilt

neem dan ook het zwart

zoals het wit je ogen streelt

neem me grijs, groen, geel

proef het glanzend goud dat op mijn huid bestoven ligt

neem me in het volle licht

maar stel me ook ´s nachts tevree

en doe het, doe het bij dageraad

staande voor het open raam…

als je me wilt, tem me

doe me niet tekort

maar neem me zoals ik ben

of

laat me gaan

tekening Ad Willemen: www.adwillemen.nl

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

EN WE VERDROOMDEN DE DAG….

wat hebben we meer

dan onze liefde voor elkaar:

ons brood is zonder beleg

onze dagen slepen zich voort

van tekort naar tekort

maar we kussen vol hoop

de kruimels brood gedoopt in liefde

strelen met onze tong

zalvend de gebarsten lippen

en likken de wonde van de dorst

zoeken warmte in verstrengeling

aan borsten droog als die van Yerma

vergeten de tijd

verdromen de honger

verdromen de dag

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG3-1024x780.jpg

Misericordia

no tenemos más

que nuestro amor para nosotros

comemos pan con lengua

y sobrevivimos sin vencer

pero

besamos con esperanza

las migas bautizados en el amor

acariciamos con nuestra lengua

los labios agrietados heridos de la sed

y es

como un bálsamo que nos salva

en pechos secos como los de Yerma

en el calor de la intimidad

olvidamos el tiempo

ensoñando el hambre

navegandonos a lo largo del Leteo

""

ets: Enrique Miralles Tartabull (Tente)

http://www.google.nl/search?q=tente,+enrique+miralles&hl=nl&tbo=u&tbm=isch&source=univ&sa=X&ei=Ha3hUKO9J-y20QWAjYDgBQ&sqi=2&ved=0CDkQsAQ&biw=1264&bih=679

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

DRIE FOTOMONTAGES VAN GEDICHTEN GEMAAKT DOOR JAN BUSTER

in herinnering aan een bijzondere vriendschap

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG4-755x1024.jpg

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_0001-732x1024.jpg

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is IMG_00021-1024x705.jpg

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

DISTANCIA

      – Marie Echenique/Wil Heeffer

als toch de dag aanbreekt

waarop zonder weer te keren

onze wegen zich uit elkander warren

als toch het uur aanbreekt

waarop je hand me nooit meer strelen zal

zal ik meer dan ooit weten hoe ik van je hield

en zul je voor eeuwig sluimeren in mijn hart

hoewel we nooit zeker weten

dat nooit ook nooit zal zijn

dat nooit verder reiken zal

dan dat wat onze horizon begrenst

zal – hoe dan ook –

de tijd je beeld vervagen

maar nooit – doch laat mijn lippen zwijgen –

nooit zal het wissen

wat ik vol liefde leerde

toen ik nog in je armen lag

ik kan je niet loslaten

zal er staan, steeds

wachtend in de vloedlijn van de zee

ik zal er wachten

tot het hemelsblauw mijn ogen sluit

DISTANCIA
      – Marie Echenique

Aunque nunca más vuelvas

a cruzarte en mi camino,

aunque nunca más

tu mano me acaricie,

yo se que me quisiste

y que te quise.

Aunque no fuera más

que un trecho del camino,

por más que en el tiempo

se desdibuje tu imagen,

jamás olvidaré,

lo que aprendí del amor

estando contigo.

Siempre esperaré tu regreso

hasta que el azul del cielo,

se escape.

           Videoclip: Hay amores, Shakira, http://www.youtube.com/watch?v=uZ53MAEaoyQ

DAME LA MANO

– Gabriela Mistral

Dame la mano y danzaremos;

dame la mano y me amarás.

Como una sola flor seremos,

como una flor, y nada más…

El mismo verso cantaremos,

al mismo paso bailarás.

Como una espiga ondularemos,

como una espiga, y nada más…

Te llamas Rosa y yo Esperanza;

pero tu nombre olvidarás,

porque seremos una danza

en la colina y nada más…

http://www.youtube.com/watch?v=Ca7f_Pi04DI&feature=related

DAME LA MANO

– Gabriela Mistral/Wil Heeffer

Geef me je hand en laten we dansen

Geef me je hand en maak me gek

Laten we het leven vieren

Vieren tot honingzoete bloei en verder niets…

Laat onze monden zingzangen op dezelfde wijs

En laat mijn voeten dolen door jouw spoor

Laat de wind ons ruisend her en der bewegen

Als rijpend koren en verder niets…

Jij noemt je Rosa, voor mezelf kies ik Hoop

Doe je naam in die van mij vergeten

En laat ons dansend op de heuvel suizelend duizelen

En verder… niets

DAME LA MANO

   uit: Wil Heeffer, veinte poemas desesperados y una canción de amor

                     Vieni… vieni… Wolfgang Amadeus Mozart, Don Giovanni

Ven.

Ven, novia mía.

Te amo.

Un beso negro, mi vida.

Tan solo un beso negro.

Cuántos hijos haremos…

Cuántos haremos, mi amor.

Apacigua tus ansias.

Serénate, mi amor.

Que nada nos detenga.

Yo, tu corcel.

Tú, mi jinete.

Ven,

haré lo que me pidas.

Ven y abrázate al silencio.

Acógete al secreto sagrado de las cosas,

retazos de un amor,

pedazos de un naufragio

incierto y engañoso.

Qué bien nos conocemos, mi amor.

Te daré cuanto me pidas.

Sabe dios que lo haré

si tus labios lo quieren.

Ven, ven, vida mía.

Ven, hagamos el amor.

Encarcela mi boca, mi ansia, mi deseo

entre tus pechos vivos,

morenos de placer.

Que tus labios devoren

el tulipán ardiente

que en agua se deshace

al roce de tu seda,

al borde de tu aliento.

Ven, mi amor.

Las horas discurren sigilosas.

El tiempo apaga las palabras.

Sólo cabe la certeza

de la luz que te habita,

el resplandor fugaz

que te trasporta.

Ven, ven

y emborracha mi alma

hasta olvidar.

Embriágame hasta el llanto

haciéndome el amor.

Ven, haré lo que me pidas.

Ven.

Que ni el mundo ni el tiempo

nos detenga.

La ci darem la mano, uit Don Giovanni: http://www.youtube.com/watch?v=NqPcb1nKZYg&feature=fvwrel

""

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

DE PARADOX VAN ZENO

-bij: De overzet te Lathem, schilderij van Xavier de Cock (1865)

""

stiller dan stil

ligt het pont in mijn oog gemeerd

wat eendjes dokkelen rond

de kerk wit, staat in een krans van schelpenwit gevangen

daarboven wolkendrift die wilder licht gevangen houdt

en spiegelt zich

zonder dat het water zich maar durft rimpelen

in het wak dat mijn oever scheidt

van wat zich op het doek voltrekt

koeien roerloos in elkaar gevlochten

kijken uit naar wie weet wat

en op de plecht staat zij

volkomen in zichzelf gevangen

in zichzelf verdroomd

niet willend

niet willen geven aan wat zich in mijn hoofd voltrekt

twee mannen zien haar onzienlijk in de rug

volkomen onbewogen op wat niet bewegen wil

en houden koers

althans zo lijkt wat niet te vatten valt

en in dit roerloos al

waarin het water stroomt zoals het stroomloos stroomt

waarin het sterfelijke onsterflijk is

waarin het onbewogen naar bewegen streeft

doch in de tijd verklonken staat

– aarde, water, roerloos in mijn oog gemeerd –

houdt zij

zonder ooit bestemming te bereiken

onbewogen wacht

hoog opgericht brengt met zijn hand

een staande boer de koeien rust

geen hond die blaft

slechts één zwart-witte

staart strak uit de bak

op water, kroos en gras

langszij zit dan die ene

zij

die recht mij in de ogen kijkt

jong, besloten in gedachten

ligt haar oog toch niet in dat van mij verzonken

maar ziet zij uit naar hem

die haar neerzet op het doek

– ik zie het voor mijn oog gebeuren –

dat tot zijn beste gaat behoren

alleen om haar

die ene

die mij niet loslaat met haar blik

mengt hij zijn kleuren tot een wereld

die hij delen zal

met haar die dromend hier verwijlt

een wereld die verstild ligt aangemeerd

aan boorden van de Leie

vol zomen licht

vol schelpenwit en dreigend blauw

en spreekt in alle talen

en uit die rust

die hij, en zij, en nu ik zag

stroomt vers nieuw water

door die spiegelende ader in de aarde

waarboven tussentijds de hemel brak

al kijkend klamp ik aan die wereld aan

en toch weer niet

wij zijn en wij zijn niet

al wat beweegt verpoost

en drijft aan tijd voorbij uit het verschiet

""

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

Drie variaties op één thema

I

HAEMORRHAGIA CEREBRI 

‘none that I know will be much that I fear may chance’

          – Julius Caesar (act two, scene IV) – Shakespeare

wat rest er
nog aan leven

wat brengt de tijd nog raad

in dit uitgebate even

de gruwel

van het bloed dat buiten oevers trad

de angst die starend uit de ogen sprak

gesternte dat in het wassend licht versmoorde

toen wachters onheil waarden

in tekens van het tartend lot

wat rest er nog aan even

wat vreet de tijd nog verder uit

de lijkwade klappert

in het schele licht dat bittert

en niets dat nog te delen valt

verlaten rond ontstoken vuur

alleen ’n chaostheoretisch malen

en pijn, dat woekerend onkruid in het hart

wat rest er nog tot raad

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is wat-rest-1-2-845x1024.jpg

II

wat baat
het nog dit even

wat nog

de gruwel van het bloed

dat buiten oevers trad

de angst die sprak

uit blindgeslagen ogen

wat lazen wachters

uit de vuren

van de stilgevallen nacht

de wade klappert

in het licht dat bittert

en stokkend

vreet de tijd

zijn eigen adem leeg

""Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is wat-rest-2-834x1024.jpg

III

wat baat
het nog dit even

wat nog

de gruwel van het bloed

dat buiten oevers trad

de angst die sprak

uit blindgeslagen ogen

wat lazen wachters

uit de vuren

van de stilgevallen nacht

de wade
klappert

in het licht dat bittert

en
stokkend

stookt de tijd

de adem op

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx



El Cantar de la Vida



Mis dedos quieren leer tu cuerpo
evocando tu belleza desde la imaginación,
como si fuera un ciego
con los ojos cerrados,
para detener el tiempo que fluye y nunca se detiene.
.


Sumergido en el encanto de un deseo fugitivo,
tan real como un sueño puede ser,
me pierdo en la fascinación
evocando la realidad de fantasmas mágicos
llenos de sensualidad.


Con los ojos cerrados
deambulo sobre el paisaje de tu cuerpo enaltecido…
pide que el viaje sea largo
largo y lejano,
que encuente el camino al andar.


Y cuando descanso en tu pecho
susurarme:


«si tiene sed, bebe
bebe de mi fuente la leche,
manantial del amor»,
como si fuera néctar de los dioses
para los amantes.
.
Atrapado en tus brazos
me pierdo,
los ojos cerrados,
en el éxtasis de cuerpos listos
para renacer por la nana de tu beso.


Y escucho tu dulce voz preguntando
suave casi inaudible:
«Que te bese con el beso de mi boca».

Wie ik ben gezien door
Gerrit de Morée

ha$ta la victoria $iempre

""

Even waren vorige week de ontwikkelingen in de relatie tussen de gezworen vijanden Cuba en de Verenigde Staten in staat om zich door het gedoe rond de zorgwet naar de voorpaginakoppen te vechten. Door het hele wereldnieuws zoemde het: heb je het al gehoord.

Maar wat is er nu zo bijzonder aan de Cubaans-USA handreiking of andersom aan de USA-Cubaanse?

– Het gebeurt nu Obama nog twee jaar heeft te gaan. Dus voldoende tijd voor de Republikeinen om aan dit voldongen feit te wennen.

– Beide broers Castro leven nog. Zij zijn daardoor in staat om het proces te sturen voordat Raúl gaat terugtreden als president.

– Het vrijkomen van de zogenaamde Cuban Five is voor de gebroeders Castro en de Cubanen van ongekende betekenis. Al hun inzet is in deze titanenstrijd gericht geweest op het levend laten terugkeren van landgenoten die volgens Cubaanse opvattingen
onterecht in de gevangenis zaten. Daarnaast is het bijzonder dat de hele wereld in een mediaspektakel kennis heeft kunnen nemen van een humanitair schandaal dat jaren door de internationale pers werd doodgezwegen: het onrecht dat vijf Cubanen door het rechtssysteem van de Verenigde Staten werd aangedaan. Daarnaast is het goed dat Alan Gross levend naar de Verenigde Staten kon terug keren. Zijn dood in een Cubaanse gevangenis zou evenals de dood van één van de Cuban Five in een gevangenis van de Verenigde Staten een nauwelijks te verwerken emotionele opdoffer zijn geweest; er zou vanuit beide kampen over moord zijn gesproken. Het had een toenadering in dat geval zo goed als onmogelijk hebben gemaakt.

– Belangrijk is de verzoenende invloed van kerkleider Franciscus geweest. Zoals er die eerder was van Johannes Paulus II. De invloed van religie op politiek leidt vaak tot verkettering van wie anders denkt. Maar in dit geval is er sprake van een sympathie die
invloedrijk is en invloedrijk blijft doorwerken.

– In de Westerse euforie over wat de toenadering in economisch opzicht gaat betekenen, is de blik hoofdzakelijk gericht op ontwikkelingen in Havana. Maar Cuba is meer dan de hoofdstad en de invloed van het denken van José Martí, hun vader des
vaderlands, reikt in ethisch opzicht verder dan de consumptieve blik van de stadsbewoner zoals die in de Westerse pers de beeldvorming stuurt: het leven in een stad is per definitie anders dan leven op het ritme en de sociale controle van het platteland.

– Iets wat weinig aandacht kreeg in het wereldnieuws – en zeker in het Nederlandse – was wat achter de rug van Raúl Castro aan de muur van zijn werkvertrek viel te zien.
Achter hem geen portret van hemzelf als president noch van zijn broer, maar portretten van de vrijheidsstrijders Martí, Maceo en Gomez. In Cuba is symboliek erg belangrijk en zeker in dit geval. Martí is de stut- en steunpilaar van het Cubaanse denken en doen. Geen Lenin noch Marx en zeker geen Stalin ofschoon in het Westen Cuba het stempel communistisch heeft. Raúl Castro heeft er zeker mee willen uitdrukken dat het in Cuba gaat om het uitdragen van opvattingen van José Martí. De schrijver van Nuestro América.

– Engels als taal zal niet langer de taal van de duivel zijn. Het zal toegankelijker worden om Engels te gaan studeren.

– En laat me een hoop uitspreken: misschien dat de subsidie-economie in Cuba kan worden omgezet in het invoeren van een basisinkomen voor iedereen. Daar ligt in Cuba een uitstekende basis voor en het zou een belangrijke stap zijn in het zoeken naar
een uitweg uit het dubbele valuta-systeem waardoor de Cubaan die toegang heeft tot de convertibele peso – de CUC – een factor vijfentwintig keer meer heeft dan de Cubaan voor wie die toegang ontbreekt.

http://www.basicincome.org/bien/

Muren geslecht maar hoe staat het met de balk in het eigen oog

""

Dit weekend staat de val van de Muur in Berlijn centraal. Met die val kwam een eind aan de stalinistisch-communistische staatsideologie. Voor Cuba begon met die val de periodo especial en tiempos de paz. Een periode waarin de rest van de wereld dacht dat het in Cuba ook over en uit zou zijn met alles dat voortkwam uit Marx, uit communisme en uit Leninisme. Men zag in Fidel de laatste profeet van die ideologie. En men verwachtte dat ook in Cuba de geschiedenis zou worden herschreven. Maar Cuba is nog altijd Cuba. Ik denk dat dat alles te maken heeft met de invloed van
José Marti op de Cubanen en op Fidel. Ik stelde vorig jaar op een congres in Cuba voor om de naam van de staatsideologie te veranderen in Fidelismo-Martiano, of in Martiano-Fidelismo om duidelijker te maken waar Cuba voor staat en om de vooroordelen die kleven aan de Leninistisch-Marxistische ideologie weg te nemen. Ik kreeg applaus.

Zolang wij blijven denken in stereotypen, zal ons beeld van Cuba nooit veranderen.

——————

Este fin de semana hablan todos de la caída del Muro de Berlin. Con la caída terminaba la ideología stalinismo-communismo. Con la caída comenzaba en Cuba el
periodo especial en tiempos de paz. Los tiempos en los que el mundo pensaba que Cuba iba a perder su base fundado en una ideología nefasta. Pero no fueran las cosas y Cuba siempre es Cuba, su gente, su cultura. Creo que el fundamento verdaderamente de Cuba no es la ideología Leninismo-Marxismo pero la del Fidelismo-Martiano. Por eso he propuesto el año pasado, durante un congreso en la Habana,
cambiar la doctrina oficial para dar una idea clara al mundo que es Cuba. La gente aplaudan a mi propuesta.

Mientras que pensemos en estereotipos no cambia nada en nuestro percepción.

 

 

Boeken delen: dag van de bibliodiversiteit

""

In Bogotá (Colombia) vind je dit soort minibibliotheken bij bushaltes. Boeken zijn dragers van ideeën. Boeken delen is een manier om met ideeën in contact te komen en om die door te geven. Je kunt boeken achterlaten met je eigen opvattingen op de achterpagina´s en je kunt je opvattingen delen door in het boek je adres achter te laten. Wachten wordt aangenamer indien er boeken zijn waarmee je je gedachten kunt delen.

http://es.wikipedia.org/wiki/Bibliodiversidad

""

Boeken delen is geen nieuw idee, maar wel een idee dat nieuw leven kan worden  ingeblazen:

""